Een tijdje terug kreeg ons Gentbrugs Zeisteam bezoek van een reporter van De Morgen. Dit resulteerde in een zeer mooi artikel.
Hieronder kan je het artikel lezen, het origineel (met foto’s) kan je hier bekijken.
In de Gentbrugse Meersen gaat een groep natuurbeheerders aan de slag zoals de boeren van vroeger. Met de zeis, het ideale werktuig in tijden van mindfulness.
De zeis bovenhalen, dan denk je eerder aan het grove geschut, maar Jens D’Haeseleer (36) legt de botte kant van het stalen blad tegen mijn dikke teen, zegt “niet bang zijn” en haalt uit. De teen is er nog, de paar resterende grasstengels – we staan op een al gemaaid stuk – zijn geruisloos weggemaaid. “Met een zeis kun je net heel gedetailleerd te werk gaan”, zegt D’Haeseleer gedecideerd. “Tot op de centimeter.”
De Gentbrugse Meersen, een dankbaar stiltegebied voor stedelingen, worden op deze avond enkel verstoord door een ritmisch zoeven. Een vijftal leden van de lokale zeisgroep gaat een strook gras te lijf, overgelaten door een boer die liever geen natte grond berijdt of giftig kruiskruid in zijn maaisel aantreft. Al twee jaar zijn ze hier actief, het jongste lid – vandaag niet aanwezig – zo’n tien jaar oud en de ancien net geen tachtig. De stijlen zijn al even bont, van brede wieken tot korte snokjes.
De missie? “Verschralen”, zegt Mathias De Backer van Natuurpunt, de beheerder van achttien hectare op deze meersen. “Deze grond is zoals een McDonald’s”, legt hij uit. De grassen eten zich vet, met dank aan de meststoffen die jarenlang in de aarde zijn gepompt, waardoor er geen plaats meer overblijft voor bloeiende kruiden en bloemen. Door te maaien – en de biomassa nadien afvoeren – proberen ze die cyclus te doorbreken.
Hij toont hoe het moet, wet het blad tot er een fijn zilveren randje verschijnt en maakt dan een sierlijke maaibeweging, zo’n twee meter breed. “Je moet het blad niet tillen, maar over de grond laten glijden, mee met het reliëf.” Met de juiste techniek zou het niet vermoeiend mogen zijn. “Als de boer moe is, gaat hij maaien”, haalt De Backer een vergeten spreekwoord van stal. Ook de techniek leek lange tijd vergeten, behalve in Bokrijk misschien.
MAAI MEI NIET
In heel wat natuurgebieden schieten de laatste jaren echter zeisgroepen tevoorschijn, en ook in particuliere tuintjes verschijnen ze her en der. Voor een stuk is dat de erfenis van Maai Mei Niet, een actie die dankbaar is voor bloemen en bijtjes maar minder voor grasmaaiers. “Maar het kadert ook in een bredere tendens naar verstilling en aandacht voor ambachten”, zegt Kevin Lambeets (Zeis en Bijl), zo’n beetje de godfather van de zeis in ons land.
“Voor mij is dat de belangrijkste reden: het is enorm rustgevend”, vertelt Freya Cuypers (36), die de zeisgroep in de Gentbrugse Meersen is gestart. Ze komt hier soms ook in haar eentje, om gras te maaien en het hoofd leeg te maken. Een heel verschil met de bosmaaier die een eind verderop de tuin van een appartementencomplex te lijf gaat en het kwetteren van vogels of het brommen van insecten overstemt met een genadeloze RAMBAMBAMBAMBAM. Ze heeft veel bekijks van nieuwsgierige wandelaars, zegt ze. “Ik zou eigenlijk visitekaartjes moeten maken, we kunnen nog extra zeisers gebruiken.”
Niet dat het de bedoeling is om binnenkort elke millimeter gras te gaan zeisen – kosteneffectief kun je dat bezwaarlijk noemen. “Wij komen als zeisteam enkel tussen bij stroken die een boer links laat liggen of in zones die erg kwetsbaar zijn”, zegt De Backer, die stelt dat het meditatieve aspect ook een ecologisch voordeel biedt. “Je bent je veel meer gewaar van de natuur rondom je. Een vlinder, een kikker of een muis, je hebt het allemaal gezien. Met een machine maai je dat leven allemaal aan frut.”
BROEDPLAATSEN
Met de zeis merk je een bloem zoals de blauwe knoop op, je maait errond en zo krijgen de zaden kiemkansen op de bodem ernaast. Door gefaseerd te maaien – elke week twee uurtjes, ook in mei – blijven er bovendien het hele jaar door hoogtes en laagtes, hoekjes en kantjes. Zo ontstaat een speeltuin met plekjes om te broeden en zones om te bloeien, voor elk wat wils.
“Je moet een beetje durven smossen in de natuur”, zegt D’Haeseleer over dat zogenaamde lappendekenbeheer. Al is ook dat afgekeken van een tijd waarin landbouwers het gras stukje bij beetje maaiden om het vers aan hun dieren aan te bieden. “Eigenlijk doen wij niets anders dan die boerkes van vroeger.”
Met veel dank aan Michiel Martin (De Morgen)
Wens jij ook graag mee te werken in het Gentbrugs Zeisteam? Dat kan! Op onze pagina Zeisen, vind je steeds het eerstvolgende Zeismoment terug.
Of contacteer beheer.wgbm@natuurpuntgent.org voor meer info.